In het derde kwartaal werden in Amsterdam 4 procent meer woningen verkocht ten opzichte van het kwartaal daarvoor. In Den Haag ging het om een toename van 3,3 procent, in Rotterdam steeg het aantal verkopen met 6 procent en in Utrecht met 11,7 procent.
Deze stijging is de grootste in ruim een jaar tijd. Vanaf de tweede helft van 2019 leek er juist sprake van een dalende trend in Utrecht en Amsterdam en een stabilisering in Rotterdam.
De opleving hangt waarschijnlijk samen met de coronacrisis. In april, vlak na de uitbraak van COVID-19, werden veel meer woningen te koop gezet in de grote steden. Omdat de overdracht van een huis vaak pas een paar maanden daarna plaatsvindt, kwamen er in de afgelopen zomer plotseling meer transacties in de boeken, aldus de ING.
Volgens de bank speelt ook mee dat Nederlanders in de zomer veel minder op vakantie gingen en daardoor meer tijd hadden om te verhuizen. De combinatie van meer aanbod en meer tijd om te verhuizen heeft er vooral in de grote steden voor gezorgd dat meer woningen van eigenaar zijn verwisseld, aldus de ING.