Bedrijven konden vorig jaar een beroep doen op de NOW-regeling voor loonkosten en de TVL-steun voor vaste lasten. De NOW-steun kostte de begroting het afgelopen jaar 15 miljard en de TVL-steun was goed voor 2,6 miljard euro. Samen is dat 17,6 miljard euro.
Voor beide maatregelen waren er drie aanvraagperiodes in 2020, een per kwartaal waarin de steun gold. Het uitgekeerde bedrag voor NOW was het hoogst in de eerste aanvraagperiode, voor TVL was dat in de derde aanvraagperiode. De bedragen werden allebei vastgesteld op basis van een verwacht omzetverlies en later opnieuw geëvalueerd. Dat leidde er onder meer toe dat twintigduizend bedrijven in totaal 290 miljoen euro aan NOW-steun moesten terugbetalen.
Het grootste deel van de steun, 17 procent, ging naar handelsbedrijven, zoals groothandels en winkels. De horeca vroeg minder loonkostensteun aan, maar kreeg met 791 miljoen euro wel veruit het hoogste bedrag aan vaste lasten. 16 procent van de coronasteun ging in 2020 naar de horeca.