Na de tweede oliecrisis van 1979 volgden zware economische tijden. In 1981 was sprake van een koopkrachtdaling van 2 procent. Twee jaar later was de achteruitgang met 2,3 procent nog groter en werd een historisch dieptepunt bereikt. Richting de jaren 90 herstelde de koopkracht, met een sterke impuls in 1990 toen een herziening van het belastingstelsel plaatsvond. Ook in 2001 is het Nederlandse belastingstelsel herzien, waarbij een lastenverlichting voor de bevolking resulteerde in de grootste koopkrachtstijging in veertig jaar (6,3 procent).
In 2006 en 2007 trok de Nederlandse economie hard aan. De doorsnee koopkracht van de bevolking nam in beide jaren met meer dan 3 procent toe. De economische crisis die eind 2008 begon leidde ertoe dat de koopkracht na 2009 vier jaren op rij daalde. Na deze economische crisis krabbelde de Nederlandse economie vanaf 2014 langzaam uit het dal. De relatief grote koopkrachttoename in 2016 had te maken met beleidsmaatregelen om het economisch herstel te bespoedigen. In 2020 groeide de koopkracht met 2,2 procent. Dat kwam vooral door cao-loonafspraken, fiscale maatregelen en financiële coronasteun van de overheid.