Het CBS noemt vijf oorzaken voor de prijsstijging: de daling van de (hypotheek)rente, de stijging van de inkomens, de opkomst van de particuliere verhuur, ouderen die minder en later naar verzorgingshuizen gaan en een sterke toename van het aantal 25- tot 35-jarigen.
Het aantal mensen van 25 tot 35 jaar oud is tussen 1 januari 2014 en 1 januari 2021 met bijna 11 procent gestegen. Dit is de leeftijdscategorie die het meest actief is op de woningmarkt en waartoe koopstarters vaak behoren. Op 1 januari 2021 waren er bijna 216.000 meer 25- tot 35-jarigen dan op 1 januari 2014.
Terwijl het aantal jongvolwassenen in de periode 2014-2021 sterk steeg, gingen veel minder ouderen naar een verpleeghuis dan voorheen, waardoor zij langer in hun huis bleven wonen. Tussen 1 januari 2014 en 1 januari 2021 steeg het aantal 75-plussers in particuliere huishoudens met 546.000.
De prijzen van woningen zijn daarnaast sterk opgedreven door onder meer de sterk gedaalde rente en de gestegen inkomens. Hierdoor waren de woonlasten voor kopers als percentage van het inkomen in het derde kwartaal van 2021 ondanks de sterk gestegen huizenprijzen nauwelijks anders dan medio 2013.