DNB meet elk voorjaar het vertrouwen van Nederlandse huishoudens in onder meer banken, verzekeraars en pensioenfondsen. Uit de jongste meting blijkt dat dit vertrouwen in financiële instellingen het afgelopen jaar stabiel is gebleven. 53 procent van de ondervraagden heeft tamelijk veel of heel veel vertrouwen in financiële instellingen. De overige respondenten hebben niet zoveel of helemaal geen vertrouwen. Het vertrouwen in bedrijven, de nationale politiek en techbedrijven bleef nagenoeg onveranderd.
Iets meer dan driekwart van de respondenten heeft er overwegend of volledig vertrouwen in dat de eigen bank te allen tijde in staat is het toevertrouwde geld terug te betalen. Dit is vergelijkbaar met vorig jaar. Het vertrouwen in de financiële gezondheid van de eigen bank ligt daarmee iets hoger dan het vertrouwen in de financiële gezondheid van de bankensector in het algemeen. Opvallend is dat de ondervraagde huishoudens afgelopen jaar wat minder vaak hebben gedacht aan de mogelijkheid dat banken in Nederland failliet zouden kunnen gaan.
Huishoudens hebben ook vertrouwen in de financiële gezondheid van verzekeraars en pensioenfondsen. In 2024 heeft 63 procent van de respondenten er vertrouwen in dat verzekeraars hun betalingsverplichtingen aan verzekerden na kunnen komen. Bij pensioenfondsen heeft 57 procent van de ondervraagden dat vertrouwen.