Bij een aflossingsvrije hypotheek wordt niets afgelost. Aan het eind van de looptijd moet de schuld in een keer voldaan worden, bijvoorbeeld door de woning te verkopen. Bij een nieuw afgesloten aflossingsvrije hypotheek is er sinds 2013 geen recht meer op hypotheekrenteaftrek. Nu de rente zo laag is, is dat nadeel van die missende renteaftrek beperkt. Bovendien zijn de maandlasten van een aflossingsvrije hypotheek lager dan die van een annuitaire of lineaire hypotheek.
De aflossingsvrije hypotheek is de afgelopen jaren populairder geworden. In 2020 was 52 procent van de in totaal 541.000 hypotheekaanvragen voor een gedeelte aflossingsvrij. Dat percentage is dit jaar tot augustus 55 procent. Vaak gaat het dus om het oversluiten van een bestaande aflossingsvrije hypotheek, soms verhogen huiseigenaren hun hypotheek voor bijvoorbeeld een verbouwing.