In financieel opzicht maken de deelnemers aan het onderzoek zich vooral druk om de aankoop van een auto of een boot (38 procent), gevolgd door het verbouwen van de woning (37 procent) en het eigen overlijden (36 procent). Over andere gebeurtenissen zoals trouwen, samenwonen of scheiden, wordt weinig nagedacht, net zoals over toekomstige economische veranderingen.
Zo houdt 21 procent rekening met de gevolgen die trouwen of samenwonen heeft op hun financiële planning. Met het scheiden van de partner wordt helemaal nauwelijks rekening gehouden. Slecht 9 procent houdt hier een beetje tot heel erg rekening mee, terwijl in Nederland ruim 30 procent van de huwelijken in een scheiding eindigt.
Ook maakt men zich niet echt druk over het mogelijk arbeidsongeschikt raken. Minder dan een kwart (23 procent) van de ondervraagden houdt een beetje tot heel erg rekening met deze verandering in de persoonlijke situatie die invloed heeft op de financiële planning.
Werkgevers negeren persoonlijke financiën werknemer
Werkgevers lijken zich weinig bezig te houden met de individuele geldzaken van medewerkers. Zo biedt maar 21 procent van de werkgevers ondersteuning bij krediet- en schuldenbeheer en bij het dagelijks geldmanagement.
Dat blijkt uit wereldwijde onderzoek naar hoe werkgevers omgaan met het thema vitaliteit en welke impact een vitaliteitsprogramma heeft op de prestaties van medewerkers van de organisatie. In totaal werden 1.648 organisaties wereldwijd, waarvan 205 in Nederland, bevraagd op thema’s financieel, emotioneel, sociaal, fysiek en professioneel.
De Nederlandse organisaties blijken relatief weinig aandacht te schenken aan het thema financiën bij het vitaliteitsbeleid. Slechts een kleine meerderheid (53 procent) heeft dit thema in hun vitaliteitsstrategie opgenomen, aanmerkelijk minder dan de andere kernthema’s van vitaliteit: fysiek (66 procent), emotioneel (65 procent), sociaal (62 procent).
Uit het onderzoek blijkt dat Nederlandse werkgevers de meeste initiatieven op financieel vlak bieden in de vorm van sparen voor het pensioen (86 procent), inkomensbescherming bij arbeidsongeschiktheid, aanbieden van kortingen (67 procent) en financieel advies (39 procent).